Een fundamenteel aspect (kernelement) binnen het Leernetwerk zijn de 'Contouren van het Leernetwerk'. Op deze pagina worden de relevante thema's besproken, inclusief de onderbouwing met werkzame elementen. Experts benadrukken daarbij de relevantie van met name de eerste drie thema’s.
Thema's en werkzame elementen
Een organisatie-overstijgend Leernetwerk is bij uitstek geschikt om urgente, actuele en complexe maatschappelijke vraagstukken in het sociaal domein aan te pakken (E).
Onderbouwing
- Er bestaat een urgente aanleiding om een complex vraagstuk in het organisatie-overstijgende Leernetwerk aan te pakken (E).
- Een organisatie-overstijgend Leernetwerk heeft een actieve rol in maatschappelijke debatten (E).
Bronnen
Jansen e.a., 2020
De leden van een Leernetwerk zijn gemotiveerd om een complex maatschappelijk vraagstuk aan te pakken.
Onderbouwing
Leden zijn een groep van professionals die een bepaalde uitdaging (een formele taak, bezorgdheid of passie) delen en van elkaar (willen) leren hoe zij beter met deze uitdaging om kunnen gaan, door regelmatig met elkaar van gedachten te wisselen en (letterlijk) elkaars nabijheid op te zoeken.
Bronnen
Wenger, 2000
In een Leernetwerk wordt geleerd, samengewerkt en onderzoek gedaan.
Onderbouwing
Leernetwerken zijn alle groepen van mensen die doelgericht bezig zijn met:
- het uitwisselen van hun kennis en ervaringen over een onderwerp vanuit verschillende organisatieniveaus en domeinen.
- het samen leren, reflecteren en experimenteren, het opdoen van nieuwe vaardigheden en netwerk (E).
- het gezamenlijk ontwikkelen van nieuwe materialen methodieken of ontwerpen of gezamenlijk onderzoek.
Een organisatie-overstijgend Leernetwerk is bij uitstek geschikt om verschillende expertises, perspectieven en behoeften bij elkaar te brengen (E).
Onderbouwing
Deze verschillende perspectieven zijn nodig om:
- Gezamenlijk te leren, innovaties te ontwikkelen, uit te voeren en te evalueren om zo in stappen te komen tot een oplossing van het complexe vraagstuk (E).
- Juist die complexe maatschappelijke vraagstukken aan te pakken die in meerdere organisaties, disciplines of sectoren spelen (E).
- Opbrengsten en kennisproducten (gericht op het veranderen van attitude, kennis/expertise of de samenwerking) te dissemineren.
- De uitdagingen van een complex vraagstuk spelen vaak op verschillende niveaus (gezin, wijk, stad, rijk) en kunnen ook deze verschillende niveaus aangepakt worden (E).
- Verschillende partijen binnen het zorglandschap bij elkaar te brengen en vernieuwingen te creëren voor het 'herontwerp' hiervan (E).
Leernetwerken bestaan altijd uit een kerngroep, maar de organisatievorm kan verschillen.
Onderbouwing
Samenwerkingsverbanden kunnen sterk verschillen van grootte, variërend van een paar individuen tot honderden organisaties. Voor het Leernetwerk is dat tussen 5 en 20 betrokkenen die een actieve bijdrage leveren aan het netwerk en dat er oneindig veel betrokken op de tribune plaats nemen om actief te worden wanneer dat de individu of organisatie past. De schaalgrootte kan verschillen (team, wijk, gemeente, regio). Er zit een grens aan de complexiteit van de samenstelling binnen het organisatie-overstijgende Leernetwerk (E).
Bronnen
Boissevain, 1974; Pannebakker et al., 2020
Een Leernetwerk bestaat uit verschillende rollen (gefinancierd en ‘met gesloten beurzen’).
Onderbouwing
Kenmerken:
- Een Leernetwerk bestaat uit een (betaalde) trekker, medewerkers en deelnemers die ‘met gesloten beurs’ een bijdrage leveren. Om een Leernetwerk efficiënt tot maatschappelijke verbeteringen te laten komen, zijn er betaalde en vrijwillige medewerkers nodig. Deze medewerkers hebben een inhoudelijke staat van dienst binnen hun organisatie en onder de partners.
- Werkzaamheden variëren van de praktische ondersteuning (maken van afspraken, communicatie-uitingen) tot activiteiten die voor verbinding binnen het Leernetwerk zorgen, bijvoorbeeld het opvolgen van suggesties van consortiumpartners en het delen van leiderschapsrollen met partners.
- Een organisatie-overstijgend Leernetwerk is uitermate geschikt om de samenwerking tussen diverse partijen te bevorderen. Denk bijvoorbeeld aan 1) de samenwerking tussen stakeholders bij problemen 2) de samenwerking in het zorglandlandschap (E).
- Iedereen sluit vanuit een ander perspectief aan binnen het Leernetwerk. Legitimiteit kan verschillen per doelgroep (denk aan: wetenschap, praktijk, doelgroep, onderwijs) (E).
- Rollen van leden kunnen veranderen naarmate het Leernetwerk vordert (E).
Succesfactoren:
- Zorg ervoor dat alle juiste consortiumpartnerzijn vertegenwoordigd in het Leernetwerk voor het oplossen van het complexe vraagstuk: denk aan een vertegenwoordiging vanuit beleid, de doelgroep, praktijk, onderzoek en opleiders. Zorg daarbij voor een vertegenwoordiging van zowel uitvoerende partijen en de beslisbevoegde(n). Vanuit beleid kunnen professionals bijvoorbeeld meedenken over de legitimiteit, aanvaardbaarheid en maatschappelijk relevantie van de nieuw ontwikkelde vernieuwingen. Vanuit praktijk kan meegedacht worden over de praktische toepasbaarheid van de bedachte vernieuwingen. Vanuit opleidingen kan meegedacht worden over de toekomstbestendigheid en het opleiden van (toekomstige) professionals. Vanuit onderzoek kan bijgedragen worden aan wetenschappelijk onderzoek. De doelgroep kan meedenken/bijdragen vanuit de eigen ervaringen (E).
- Zorg voor de betrokkenheid van duo’s vanuit een consortiumpartners, zodat er sprake is van vervanging bij uitval (E).
- De primaire taak van de medewerkers van het Leernetwerk is niet het veiligstellen van het voortbestaan van het netwerk, maar het realiseren van de maatschappelijke opdracht. Daar hoort een kritische houding ten opzichte van het Leernetwerk bij.
Bronnen
Kegler et al., 1998b; Rogers, 1962; Wolff, 2001, 2001b
De initiator van het Leernetwerk is de motor achter de oprichting van het Leernetwerk en die op basis van aanzien en positie in het veld een boegbeeld is van het Leernetwerk.
Onderbouwing
Kenmerken:
- De initiator heeft een staat van dienst op het inhoudelijke thema.
- De initiator begeleidt de normatieve leerprocessen (aandacht voor de gezamenlijk opgestelde doelen en het onderhoud daarvan) (E).
- De initiator-organisatie heeft de armslag voor praktische ondersteuning, en is vaardig in het doorlopen van de PDCA-cyclus (Plan-Do-Check-Act) en het implementeren van vernieuwingen.
Succesfactoren:
- Hij of zij kan nieuwe boegbeelden opleiden en ondersteunen en is verbonden aan een organisatie die zoveel mogelijk een onafhankelijke positie bekleedt als het gaat om belangen in het vinden van een oplossing voor het inhoudelijke thema van het Leernetwerk.
- De initiator kan leden begeleiden bij de morele vragen/dilemma's die zich binnen het Leernetwerk voordoen (E).
Bronnen
Butterfoss et al., 1993; Butterfoss, 2007; Butterfoss et al., 1996; Fawcett et al., 1998; Florin et al., 1993; Goodman et al., 1995; Goodman et al., 1996; Kreuter et al., 2000; Wandersman et al., 1996
De trekkers hebben een cruciale rol in het slagen van het Leernetwerk.
Onderbouwing
Kenmerken:
- De trekkers zijn centrale personen die het netwerk coördineren, aanmoedigen en faciliteren bij de informatie-uitwisseling (E).
- Een Leernetwerk heeft typisch twee trekkers: een inhoudelijke expert en procesbegeleider. De procesbegeleider draagt zorg voor het faciliteren van de bijeenkomsten en ondersteunt de inhoudelijk trekker (E).
- Een trekker behoort oog te hebben voor deelnemende partijen en een proactieve houding te hebben.
- Een trekker is langdurig verbonden aan een organisatie-overstijgend Leernetwerk (E).
- De inhoudelijke trekker heeft een onafhankelijke rol in het Leernetwerk (E).
- De trekker hoeft niet maar één persoon of organisatie te zijn. Er kan ook sprake zijn van een gezamenlijk initiatief van partijen (E).
Succesfactoren:
- Netwerkvorming is succesvoller wanneer de trekker van het Leernetwerk vertegenwoordigers aan zich bindt die de geloofwaardigheid en het vertrouwen van de achterban hebben.
- Een Leernetwerk wordt succesvoller wanneer de kerngroep wordt uitgebreid met een bredere achterban van deelnemers (tweede schil), die verschillende groepen en organisaties betrokken bij het vraagstuk van Leernetwerk vertegenwoordigen.
- Het Leernetwerk mag niet te veel leden hebben, anders is het risico dat leden niet meer actief deelnemen. Een onderscheid maken tussen kernorganisaties die een actieve bijdrage leveren en organisaties die toekijken op de tribune is hiervoor een oplossing.
Bronnen
Van der Klauw et al., 2015; Valente et al., 2008, factsheet Leernetwerken
Een Leernetwerk heeft vaak een tweede schil van passieve deelnemers.
Onderbouwing
Kenmerken:
- Een Leernetwerk bestaat vaak uit een kerngroep, uitgebreid met een bredere achterban van deelnemers (tweede schil of tribune) (E).
- Deze tweede schil deelnemers vertegenwoordigen die verschillende groepen en organisaties betrokken bij het vraagstuk van het Leernetwerk (E).
Succesfactoren:
Het is belangrijk dat het organisatie-overstijgende Leernetwerk voordelen biedt aan de tweede ring (E).
Bronnen
Valente et al., 2008, factsheet Leernetwerken
Deelnemers dienen voldoende gefaciliteerd te worden om deel te nemen aan het organisatie-overstijgende Leernetwerk.
Onderbouwing
Belangrijke punten hierbij zijn (E):
- Deelnemers krijgen voldoende tijd en (financiële) middelen om deel te nemen aan het organisatie-overstijgende Leernetwerk en worden hierbij ondersteund door de organisatie/het management.
- Deelnemers dienen voldoende ondersteuning te ervaren vanuit de eigen organisatie om deel te nemen aan het organisatie-overstijgende Leernetwerk.
Zorg ervoor dat de randvoorwaarden op orde zijn om een organisatie-overstijgend Leernetwerk te doen slagen.
Onderbouwing
Belangrijke punten hierbij zijn (E):
- Het is van belang dat er transparantie is over de samenstelling van het Leernetwerk en de rollen die de Leernetwerkleden binnen het Leernetwerk vervullen (E).
- Er is sprake van continuïteit in de betrokken leden binnen het organisatie-overstijgende Leernetwerk (E).
- De organisatievorm moet dienend zijn aan de doelstelling van het Leernetwerk (E).
- Organisatie-overstijgende Leernetwerken werken buiten de eigen kaders en gaan actief de samenwerking aan met externe partijen om verandering in gang te zetten (E).
- Het enthousiasme, de input en het initiatief vanuit de leden in het Leernetwerk is cruciaal bij het doen slagen van het Leernetwerk (E).
Praktijkvoorbeelden en hulpmiddelen
Bij enkele van bovenstaande thema's hebben we praktijkvoorbeelden en hulpmiddelen voor je verzameld. Zoals voorbeelden van succesvolle Leernetwerken, de factsheet 'Leernetwerken', een checklist voor bij het starten van een Leernetwerk en een begripsbepaling.
Ga naar de Community of Practice Gewogen Maatwerk, dat meerdere Leernetwerken kent.
Een beschrijvend artikel van de leernetwerken binnen de werkplaatsen Sociaal Domein.
Interview met de coördinator organisatie-overstijgende leernetwerk Samen-Werken, Samen-Leren met als doel een betere stage, tussen praktijk en hogescholen.
In de factsheet Leernetwerken heeft de Werkplaats SAMEN op overzichtelijke wijze uiteengezet wat een organisatie-overstijgend Leernetwerk is.