'Community context' is een van de kernelementen van een Leernetwerk. Op deze pagina gaan we dieper in op de thema's die hieraan bijdragen en hoe deze worden gestaafd door werkzame elementen. Vanuit het perspectief van experts worden de eerste drie thema’s als uiterst relevant beschouwd.
De kans op een succesvol organisatie-overstijgend Leernetwerk is groter wanneer er duidelijke doelen worden gesteld.
Onderbouwing
Waar dienen deze doelstellingen aan te voldoen?
- Alle betrokken leden en hun organisaties dienen zich in de doelen te kunnen vinden (E).
- Er bestaat voldoende tijd en ruimte om de afzonderlijke belangen te begrijpen en waarderen (E).
- De doelen dienen voldoende ambitieus en haalbaar te zijn (E).
- De kans op een succesvol organisatie-overstijgend Leernetwerk is groter wanneer leden werken vanuit een persoonlijke missie en ambitie (E).
Een Leernetwerk werkt beter de ambities aansluiten bij de strategische kopers van de consortiumpartners.
Onderbouwing
Voor een goed functionerend Leernetwerk is het belangrijk om aan te sluiten bij de strategie van de consortiumpartners:
- De inspanningen van het Leernetwerk om tot veranderingen in de praktijk te komen zijn succesvoller wanneer ze in lijn zijn met de strategische prioriteiten van de consortiumpartners en het brede systeem van de zorg voor jeugd.
- 'De politiek' (gemeente, landelijk) heeft invloed op het sociaal domein en dus ook op de oplossingsrichting van maatschappelijke vraagstukken. Het samenwerkingsverband wordt sterker wanneer leden in de doelen, waarden, type onderzoek etc. rekening houden met deze politieke dimensie.
- De wijze waarop het zorgsysteem is georganiseerd kan de samenwerking hinderen, met name als het gaat om financiële prikkels. Helpend daarbij is een gelijk kennisniveau over het thema van het Leernetwerk, bewustwording hoe geldstromen bij verschillende partners lopen en de wil om het gezamenlijke doel van het Leernetwerk te verkiezen boven de eigen (korte termijn) financiële prikkels.
- Deelname is succesvoller als een consortiumpartner deelneemt vanuit het doel om het systeem te veranderen dan wanneer de partner meedoet om de eigen positie te verstevigen.
Bronnen
Carstens et al., 2009; Jones et al., 2019; Kallio & Lappalainen, 2015
Een Leernetwerk werkt beter wanneer het is ingebed in een goed functionerend samenwerkingsverband.
Onderbouwing:
De kwaliteit van dit samenwerkingsverband is afhankelijk van de mate waarin:
- Er gezamenlijk subsidie wordt verkregen (2).
- Consortiumpartners elkaar als rivalen of samenwerkingspartners beschouwen (20).
- Er wordt vanuit diverse consortiumpartners samengewerkt vanuit gezamenlijke doelstellingen en ambities. Men voelt zich medeverantwoordelijk voor de gezamenlijke opgave (E).
- Consortiumpartners autonomie ervaren.
- Er aandacht is voor het afstemmen van (werk)processen, doelen en strategie.
- Leernetwerken zijn ingebed in de regionale context (E).
- Er meebewogen kan worden met veranderende context van de consortiumpartners (E).
- Consortiumpartners die met name draaien op vrijwilligers of giften, hebben meer moeite deel te nemen aan Leernetwerken dan vast gefinancierde organisaties.
Bronnen
Carstens et al., 2009; Casebeer et al., 2009; Cotton, 2013; D’Amour, 2008; Valente et al., 2008
In een groter samenwerkingsverband met meerdere Leernetwerken, stimuleert een coördinator het leren en de kennistransfer over de Leernetwerken heen.
Deze coördinator heeft een bijzondere positie. Naast dat deze verantwoordelijk is voor de dagelijkse taken zoals het plannen, implementeren en evalueren van de activiteiten van het samenwerkingsverband, is de coördinator ook de motor achter de projecten binnen het samenwerkingsverband die aan de missie bijdragen.
Onderbouwing
Een betaalde coördinator is nodig voor de planning, het ondersteunen van de kennistransfer en het faciliteren van het gezamenlijk leren, o.a. met behulp van evaluaties.
Bronnen
Douglass & Klerman, 2012; Kegler et al., 1998b; Wolff, 2001
Binnen een organisatie-overstijgend Leernetwerk moet ruimte geboden worden om risico's te nemen.
Onderbouwing
Deze ruimte is, zoals onderstaande opsomming laat zien, nodig om tot innovaties te komen.
- Innovatieve werkwijzen ontstaan minder snel in een omgeving waar risico’s nemen en het experimenteren met andere manieren van werken ontmoedigd worden. Binnen een organisatie-overstijgend Leernetwerk worden risico's genomen om tot innovaties te komen; maak een analyse of de potentiële leden deze ruimte bieden (E).
- Het durven nemen van risico’s is nodig om tot veranderingen te komen; wanneer praktijkprofessionals zich niet gesteund voelen door hun management, zullen ze minder vaak risico's nemen.
- Het is het goed om rekening te houden met de effecten van de gewenste verandering op de leden. Dit kan van invloed zijn op de verander-bereidheid van leden (E).
- Een strategie voor het op gang brengen van organisatie-overstijgend leren is om de leden van het Leernetwerk uit te dagen en toe te rusten om op een positieve wijze, impliciet en expliciet, de bestaande werkprocessen en hiërarchie ter discussie te stellen.
Bronnen
Casebeer et al., 2009; McPheat & Butler, 2014
Praktijkvoorbeelden en hulpmiddelen
Hieronder vind je binnen de genoemde thema's praktijkvoorbeelden van samenwerkingsverbanden in de vorm van werkplaatsen.
De Academische werkplaatsen zijn een mooi voorbeeld van organisatie-overstijgende leernetwerken. Het boekje Hoge hakken, lange tenen van de Werkplaats Publieke Gezondheid Limburg beschrijft de valkuilen en verbetermaatregelen van het oprichten en voeren van een werkplaats. Kijk ook eens op de landelijke site van de werkplaatsen jeugd en sociaal domein.